Achtergrond

In 2017 oordeelt het Gerechtshof dat de Nederlandse Staat voor een gedeelte (30 procent) aansprakelijk is voor de dood van circa 350 mannen en jongens. Het gaat om de mannen en jongens die in de namiddag van 13 juli 1995 door de Nederlandse militairen werden weggestuurd.

Zowel de Staat als de nabestaanden gaan in cassatie. In 2019 oordeelt de Hoge Raad dat de Nederlandse Staat is tekortgeschoten in het bieden van bescherming aan de circa 350 mannelijke vluchtelingen, die in de namiddag van 13 juli 1995 op de compound van Dutchbat in Potočari verbleven. De Hoge Raad verklaart de Nederlandse Staat voor 10 procent aansprakelijk voor de schade van de nabestaanden van deze omgekomen vluchtelingen. De Nederlandse Staat geeft met de schaderegeling uitvoering aan deze uitspraak.

In februari 2020 neemt de ministerraad een besluit over de kaders van een schaderegeling. De details van de regeling worden op 17 december 2020 bekend gemaakt. Op 2 juli 2020 wordt de Commissie uitvoering civielrechtelijke regeling Srebrenica ingesteld – het huidige Netherlands Compensation Commission Potočari. We zijn verantwoordelijk voor de onafhankelijke uitvoering van de civielrechtelijke regeling.